Missie en motivatie

De afgelopen decennia hebben wij en anderen intensief gezocht naar verloren gewaande oude fruitrassen. Tegen de verwachting in hebben wij er onverwacht nog veel teruggevonden. Hiermee hebben we in verschillende regio’s van ons land collectieboomgaarden van oude fruitrassen samengesteld. Het is onze missie om dit culturele erfgoed voor toekomstige generaties te behouden.
Deze collecties vertegenwoordigen niet alleen een unieke en onvervangbare variatie aan vorm-, kleur-, smaak- en culinaire eigenschappen, maar zijn vooral ook waardevol cultureel erfgoed. Zij bestaan uit rassen die voorgaande generaties hebben ontdekt, geselecteerd, gekweekt, geteeld en gekoesterd. Door de mens voor eigen gebruik geadopteerd en eeuwenlang met zorg in stand gehouden, vaak als product voor marktverkoop geteeld. We hebben in veel gevallen verloren gewaande rassen herontdekt in toevallig bewaard gebleven, oude, vaak al vooroorlogse (hoogstam)vruchtbomen.

Opsporing en instandhouding van fruitrassen

Door middel van opsporing en instandhouding van historisch interessante en vaak zo goed als verdwenen fruitrassen dragen wij en andere gemotiveerde liefhebbers bij aan onze missie: het behoud van dit bijzondere culturele erfgoed, vertegenwoordigd in deze eens gekoesterde fruitrassen.

Een groep amateurverzamelaars, vaak zeer deskundige kenners van oude fruitrassen, wil de continuïteit van de door hen aangelegde verzamelingen graag verzekerd zien. In de eerste plaats omdat hierin veel rassen zijn ondergebracht die al als verloren werden beschouwd en unieke eigenschappen bezitten.

Onze taak: referentie- en schaduwcollecties aanleggen

Om de continuïteit van deze fruitrassen te waarborgen is de aanleg van zogenaamde referentie- en/of schaduwcollecties nu een eerste prioriteit en een belangrijk onderdeel van onze missie.
Er is echter ook structurele ondersteuning dringend noodzakelijk, zowel materiële, als financiële, om het noodzakelijk beheer en onderhoud van de bestaande collecties mogelijk te blijven maken.

Maar waarom is het zo belangrijk om die oude fruitrassen op te sporen en te bewaren?

Daarvoor moeten we eerst in de historie van onze belangrijkste fruitsoorten duiken, om te beginnen in die van de appel, onze belangrijkste fruitsoort.

Over de herkomst van onze appels

De verre voorouders van de grote verscheidenheid aan rassen hebben ons in West-Europa ooit bereikt vanuit hun oorsprongsgebieden in Centraal-Azië. Ze zijn via handelsroutes meegebracht naar Perzië, en via de oude Grieken in Italië aanbeland. Van daaruit hebben de Romeinen deze vroegste rassen meegebracht. Zo raakten deze uiteindelijk verbreid tot aan de grenzen van hun rijk en ver daarbuiten.

Vroege Malus-soorten

Honderdduizenden jaren geleden hadden wilde paarden, ezels, beren en andere dieren in Centraal-Azië, de grensgebieden van Europa en China de appel op grootte en smaak geselecteerd. Ze kwamen voort uit enkele oorspronkelijke, kleinvruchtige, door vogels verbreide soorten. Deze preferentieel op de voorgrond getreden grotere en smakelijkere types raakten vervolgens via de dierenwereld snel verbreid.
De basis voor deze veelvormigheid lag in paradijselijke streken. Enkele oorspronkelijke en in evolutionair opzicht zeer vroege Malus-soorten, die daar miljoenen jaren geleden vanuit Zuidoost China terecht waren gekomen, hadden honderdduizenden jaren lang in een geïsoleerde vallei de kans gehad om vele kruisingsproducten op te leveren. Deze manifesteerden zich in uitbundige veelvormigheid en een uiterst gevarieerd smaakpalet.

Barrie Juniper

Veel van de hierboven weergegeven opvattingen over de oorsprong van onze appels hebben wij verkregen via correspondentie met em. prof. Barrie Juniper, Oxford University (U.K.) en uit het naderhand door hem gepubliceerde boek The Story of the Apple (Barrie E. Juniper en David J. Mabberley, 2006). Zij waren op grond van hun bevindingen tijdens een expeditie naar de oorsprongsgebieden van de appel in Centraal-Azië (Juniper) en de toepassing van moderne dna-technieken (Mabberley) tot de eerdergenoemde conclusies gekomen.

Appelwouden

Helaas schijnt het overgrote deel van de in Centraal-Azië, vooral in het grensgebied van Kazachstan en Oezbekistan met China voorkomende veelvormigheid in grootte, kleur en smaak, en nog vele andere nuttige eigenschappen verloren te zijn gegaan. De mens, die de daar voorkomende appelwouden offerde aan een voortdurend toenemende behoefte aan landbouwgronden, heeft daar een bepalende rol in gespeeld.

Moraal van dit verhaal: het zal ons niet lukken om te putten uit de rijkdom aan nuttige, vaak onvervangbare erfelijke eigenschappen van weleer, hoe noodzakelijk die ook zijn.

Als wij echter de aan ons overgeleverde rijkdom aan erfelijke eigenschappen in de vorm van het restant aan oude rassen in onze streken verloren laten gaan, is de appel op de lange termijn mogelijk gedoemd gedeeltelijk of misschien zelfs geheel ten onder te gaan. En zal de appel zelfs kunnen uitsterven bij gebrek aan beschikbare en noodzakelijke erfelijke eigenschappen om aan alle bedreigingen van biologische, of fysische aard het hoofd te kunnen bieden.

In deze oude, soms zelfs zeer oude rassen, samengebracht en bewaard in grotere of kleinere collecties, is een grote verzameling bijzondere en potentieel zeer waardevolle erfelijke eigenschappen vertegenwoordigd. Zij vormen een zogenaamde genenbank, waarin unieke en onvervangbare erfelijke eigenschappen, of unieke combinaties daarvan, liggen besloten.

Een handjevol van ons heeft zich ten doel gesteld om aan het behoud daarvan, binnen onze mogelijkheden en in samenwerking met gelijkgezinden, een steentje bij dragen. Het is een missie geworden. Zelf richt ik me vooral op de opsporing en instandhouding in zogenaamde deelcollecties bij een inmiddels groot aantal gemotiveerde hobbytelers. Collecties van de eens zo grote verscheidenheid aan rassen die in de oostelijke regio van ons land te vinden was.

Top